Wat doe je best wel of niet bij hoogbegaafde leerlingen?
Straks gaan de schoolpoorten weer open. Boekentassen worden weer veel te zwaar volgeladen en gesjouwd op tere rugjes. Ook onze hoogbegaafde leerlingen gaan weer naar school. Uitkijkend naar de nieuwe leerkracht, nieuwe kinderen en oude speelkameraadjes, een nieuwe klasruimte, klaar om opnieuw bij te leren. Laat het voor hen ook niet meteen een teleurstelling zijn, want ze komen met heel veel hoge verwachtingen naar jouw nieuwe klas. Een aantal tips om met deze leerlingen meteen goed van start te gaan, kunnen we je alvast meegeven:
Wel doen:
-
Begrijp dat hoogbegaafde leerlingen, net als alle leerlingen, naar school komen om te leren en uitgedaagd te worden.
-
Evalueer je leerlingen vooraf. Zoek uit waar hun sterktes liggen. Vind welke gebieden aangeboord moeten worden om vooruit te gaan.
-
Overweeg om hoogbegaafde leerlingen samen te zetten voor op zijn minst een deel van de schooldag.
-
Plan je differentiatie. Kijk of je kan voortoetsen, hoe je de leerstof kan compacten en welke verrijkingsactiviteiten je kan geven.
-
Gebruik zinnen als ‘Ik zie dat je geen oefening meer nodig hebt’ of ‘Dit moet je meer inoefenen’ in plaats van zinnen als ‘Je bent gekwalificeerd’ of ‘Je komt in aanmerking voor … ‘
-
Moedig goed presterende leerlingen aan om uitdagingen te durven aangaan. Omdat ze zo gewoon zijn om hoge punten te behalen, kunnen ze risico gaan vermijden.
-
Bied vorming aan over hoogbegaafd onderwijs aan al jullie leerkrachten op school.
Niet doen:
-
Verwar goed presterende leerlingen niet met hoogbegaafde leerlingen. Goede presteerders steken tijd en inspanning in hun taken om te slagen voor school. Dit geldt niet altijd voor hoogbegaafde leerlingen. Hun gaves vertalen zich niet altijd in schools presteren en hun gedrag kan soms niet overeenstemmend zijn.
-
Veronderstel niet dat alle hoogbegaafde leerlingen gelijk zijn en dat één strategie zal werken voor allemaal.
-
Denk niet dat je door hoogbegaafde leerlingen anderen te laten helpen, je hen een uitgebreide leerervaring biedt.
-
Vervang verrijkingsleerstof niet door het geven van extra werk van hetzelfde. Hoogbegaafde leerlingen hebben nood aan andere, diepere en complexere taken.
-
Benoem verrijking voor hoogbegaafde leerlingen niet als ‘magjes’. Noem het ‘moetjes’ of ‘verplicht werk’, zodat leerlingen begrijpen dat het niet vrijblijvend is en dat ze deze taak in een bepaalde tijd moeten afwerken.
-
Geef niet teveel instructies aan leerlingen over hoe ze een taak moeten afwerken. Zeg wel: ‘Dit is het eindresultaat waarop je punten zal krijgen. Hoe je ertoe komt, is jouw keuze.’
-
Ga er niet zomaar van uit dat hoogbegaafde leerlingen effectief bijleren. Vertrouw liever op tussentijdse evaluaties om het leerproces bij te sturen en een evaluatie om het eindresultaat te beoordelen.
Leave A Comment