Is het wel OK om een kind te vertellen dat het hoogbegaafd is?
Veel mensen die te horen hebben gekregen dat hun kind hoogbegaafd is, weten niet of en hoe ze dit dan moeten vertellen aan het kind zelf. Velen zijn bang dat het kind verwaand zal worden en zich anders gaat voelen dan anderen. Ook leerkrachten denken vaak dat het best is om zo lang mogelijk te zwijgen over die hoogbegaafdheid en vooral ‘het woord’ niet uit te spreken.
Op één of andere manier zal je deze leerling toch moeten gaan uitleggen dat hij of zij hoogbegaafd is. Want hoe dan ook zal dit kind al van in de peutertijd merken dat het anders is, zich anders gaan voelen en hiervoor heeft het een verklaring nodig die van jou of van zijn ouders komt, vooraleer het zich zelf gaat verklaren.
Vertel je een kind of het hoogbegaafd is of niet?
Zijn hier voor- of eerder nadelen aan verbonden?
Waarop moet je letten als je aan een kind laat weten dat het hoogbegaafd is?
Wat heeft Carol Dweck en haar onderzoek naar ‘mindset’ hier mee te maken?
Bij Hoogbloeier Gifted Academy zijn we van mening dat je het sowieso aan een kind zal moeten vertellen dat het hoogbegaafd is. Je hoeft niet bang te zijn dat het zich anders gaat voelen nu het hét weet, het kind gaat zich hoe dan ook anders gaan voelen, zelfs als je het verzwijgt. Dan gaat het kind zelf een verklaring zoeken, bijvoorbeeld dat ze niet aardig is, dat hij raar is, dat andere kinderen minder waard zijn. En dit is niet wat we willen.
Alleen is de manier waarop je het vertelt van groot belang en daar kan de mindset-theorie van Carol Dweck je meer over vertellen.
Vertellen?
Bij kinderen jonger dan 5 à 6 jaar is het misschien goed om te vergelijken met een computer. Je kunt zeggen dat zijn of haar brein net een computer is en dat die wat sneller werkt dan de computertjes van de meeste kinderen. Meestal begrijpen ze dit wel. Daar kan je zelfs verder in gaan. Je kunt hen duidelijk maken dat ze dan wel een snelle computer in hun hoofd hebben, maar dat ze aangesloten kunnen zijn aan een trage printer en dat wat ze in hun hoofd hebben, dus niet altijd goed en snel kan uitgevoerd worden door hun nog jonge lichaampje.
Bij oudere kinderen, tot een jaar of 8, wordt ook het boek van Wendy Lammers van Toorenburg aanbevolen: Hoogbegaafd, nou én? Hierin staan heel wat tekeningen die erg uitnodigend zijn voor kinderen van deze leeftijd. Met dit boek richt de auteur zich met nadruk tot de hoogbegaafde kinderen zelf.
Kinderen die nog iets ouder zijn, hebben dan misschien iets meer aan het boek van Tessa Kieboom en Danielle Verheye: De Hoogbegaafdheid Survivalgids. Het is geschreven voor de hoogbegaafde kinderen zélf van 8 tot 12 jaar en bezit een stevige dosis humor die erg te smaken valt. Het is een van de weinige boeken over hoogbegaafdheid die niet óver de kinderen gaan, maar echt vóór deze kinderen geschreven zijn om zelf te lezen.
Het is niet meteen nodig om het woord ‘hoogbegaafd’ te gaan gebruiken. Je kunt ook andere woorden gebruiken zoals ‘snelle denker’, ‘diepe denker’ of ‘snellerend’. Hoed je er wel voor om het woord ‘slim’, ‘knap’ of ‘pienter’ te gebruiken, want dan heb je veel kans dat het een fixed mindset gaan aankweken, dat ze gaan denken dat begaafdheid iets is dat je wel of niet hebt.
Het is van belang om regelmatig uit te leggen dat ook andere kinderen bijzondere talenten hebben, die verschillend zijn van de talenten van je eigen kinderen, maar die daarom niet minder waardevol zijn. Dit helpt om verwaandheid en arrogantie te voorkomen.
De manier waarop je het vertelt, is dus van groot belang omdat het prijzen van intelligentie en talent niet zorgt voor een gevoel van eigenwaarde, maar dit juist in gevaar brengt.
Carol Dweck doet al zeer lang onderzoek naar de invloed van zelfbeeld en motivatie op prestaties. Ze onderscheidt daarbij twee types mindset, namelijk de ‘fixed mindset’ en de ‘growth mindset’. Uit Dwecks onderzoek blijkt dat je prestaties heel erg afhangen van hoe je denkt over intelligentie, hetzij of je de fixed of growth mindset aanhoudt.
Mindset
Iemand met een fixed mindset is het eens met de stelling dat intelligentie en capaciteiten vaststaande gegevens zijn en niet verder ontwikkeld kunnen worden. Deze vaste mindset vorm je door steeds maar weer reacties te krijgen van leerkrachten en ouders zoals:
‘Goed geantwoord, jij moet wel heel slim zijn!’
‘Juist, maar dat is dan ook makkelijk voor jou!’
‘Jij kan dat goed, want jij bent slim.’
Of zelfs door je eigen klasgenoten die zomaar tegen je ouders zeggen dat ‘L. wel de slimste van de klas is, hé!’
Hierdoor gaat het kind denken dat het slim ís met als gevaar dat het geen enkele inspanning meer zal leveren omdat hij inspanning met dom-zijn gaat associëren. Door de constante bevestiging in zijn slim-zijn, gaat het kind geen uitdagingen meer aan, verdraagt het geen kritiek meer, wordt elke tegenslag als een groot probleem gezien, gaat het onderpresteren en krijgt het faalangst. En hierdoor wordt het vertrouwen in zijn eigen bekwaamheid serieus aan diggelen geslagen en krijg je aangeleerde hulpeloosheid als resultaat.
De growth mindset daarentegen gaat er van uit dat intelligentie en capaciteiten ontwikkeld kunnen worden door er aan te werken. Iemand met een groeimindset gaat uitdagingen aan, kan kritiek of feedback verdragen, heeft plezier in het leren, leert uit zijn tegenslagen en ziet succesvolle mensen als inspirerend. Zo iemand heeft een heel hoog en realistisch vertrouwen in zijn eigen capaciteiten en kan dus meesterschap verwerven.
Je kan als leerkracht helpen een groeiend zicht op intelligentie aan te kweken door het volgende te doen:
- benadruk vooral de rol van inspanning om tot leren te komen door te focussen op het leerproces en niet op het resultaat. Beoordeel vooruitgang in zijn werk en leer het kind zichzelf te evalueren.
- leer het kind risico’s te nemen, soms ten koste van accuraatheid of nauwkeurigheid van het resultaat.
- help het kind om de relatie te zien tussen hun inspanningen en hun resultaten.
- ga zeer spaarzaam om met beloningen, waaronder ook lof geven, en doe dit enkel om gedrag te versterken dat nog niet eerder beloond is geweest. Help ze daarentegen om de intrinsieke beloning te zien van een uitdagende taak.
- benadruk het belang van het aanleren van vaardigheden en ga de prestaties echter minder benadrukken.
Wil je meer informatie over mindset, volg dan eens een nascholing bij ons. Je kunt ons ook vragen voor een pedagogische studiedag over dit thema. Of misschien heb je wel zin om de hele schoolmentaliteit aan te pakken en een traject rond mindset te volgen.
Leave A Comment